Mijn man en ik runnen een klein accountantskantoor, en omdat het een klein bedrijf is, liet ik mijn vrouw helpen als kantoormedewerker, maar mijn vrouw werd opgemerkt door de heer Horiuchi, de jonge president van een durfkapitaalbedrijf waarmee we samenwerken. …. Op een dag kreeg ik een klachtoproep van een klant, en toen mijn vrouw zag dat ik er moeite mee had om ermee om te gaan, zei ze: ‘Ik zal namens u mijn excuses aanbieden’, en ging alleen aan de slag met een doos snoep.