Tegen de tijd dat ik het me begon te herinneren, was mijn moeder al overleden. Sindsdien woon ik bij mijn vader. Voor mij, die opgroeide in een mannelijk huishouden, was Miho, de nieuwe partner van mijn vader, een onbeschrijfelijk persoon die zoet rook en me zenuwachtig maakte als ik alleen maar bij haar in de buurt was.